‘Wanneer je eet, heb je energie nodig om het te verteren. Hoe zwaarder de maaltijd is, hoe meer energie het je lichaam kost om te verteren. Hier komt dus extra warmte bij vrij, iets wat je juist bij warm weer wilt vermijden. Hierdoor kun je een verminderde eetlust ervaren’, legt Harrewijn uit. ‘Daarom heb je eerder zin in het eten van licht verteerbare maaltijden en snacks, zoals een pastasalade of sappig fruit. Daarbij voelt het ook lekker fris in de mond.’
Steunenberg vertelt: ‘Ja dat is natuurlijk gewoon gezellig om buiten samen te doen. Daarbij hoef je trouwens niet altijd zwaar te eten. Voeg groentespiesjes, verse salades of gegrilde watermeloen toe. En als je zelf je vlees marineert, is het minder zout dan kant-en-klaar vlees uit de supermarkt. Minder zout eten helpt je hart, nieren en bloeddruk gezond te houden.’
Elektrolyten uit een zakje of isotone sportdrankjes kunnen helpen zouttekort aan te vullen, maar voor de meeste mensen is dat niet nodig.
‘Let er bij vlees goed op dat het niet verbrand. De stoffen die daarbij ontstaan zijn schadelijk en verhogen het risico op kanker. Het moet wel gaar zijn, zodat de bacteriën erin die je ziek kunnen maken worden gedood. Met een thermometer kun je controleren of het vlees heet genoeg is geworden. Je kunt sommige stukken vlees ook voorkoken, zoals kip. Dit leg je dan voorgegaard op de barbecue. Als je bijvoorbeeld door ziekte of na een transplantatie een verminderde afweer hebt, is dit een extra veilige keuze’, zegt Harrewijn.
‘Ook al zweet je voor je gevoel liters vocht, toch is de kans klein dat je een zouttekort krijgt,’ aldus Harrewijn. ‘Alleen als je heel lang en veel zweet, bijvoorbeeld als je intensief sport. Denk daarbij aan het rennen van een (halve) marathon, kun je te veel elektrolyten verliezen. Dat zijn zouten die in het lichaam zijn opgelost in vocht. Elektrolyten uit een zakje of isotone sportdrankjes kunnen dit tekort dan helpen aan te vullen, maar voor de meeste mensen is dat niet nodig. Wel blijft het belangrijk om voldoende te drinken en met de hitte is dit natuurlijk extra belangrijk.’
‘Het is zeker belangrijk het vocht aan te vullen dat je verliest, om te voorkomen dat je uitdroogt. Vooral ouderen voelen vaak minder dorst. Wat kan helpen is om altijd een fles water mee te nemen en in het zicht te hebben. Je kunt ook om de 1,5 tot 2 uur een alarm zetten voor een glas drinken. De richtlijn is om per dag 1,5-2 liter te drinken, maar bij warm weer is het belangrijk om wat extra te drinken’, vertelt Harrewijn. ‘Vind je een glas te veel? Neem dan elk kwartier een paar kleine slokjes’, vult Steunenberg aan.
‘Sommige patiënten met bijvoorbeeld nier- of hartproblemen mogen een maximale hoeveelheid op een dag drinken. Een dialysepatiënt mag bijvoorbeeld maximaal een liter vocht drinken. Dat is ontzettend lastig om vol te houden, al helemaal als het warm is buiten. Als tip geven we om koud water te drinken, dat voelt net wat meer dorstlessend. Een ijsblokje of waterijsje eten kan ook lekker zijn’, legt Harrewijn uit.
En hoe zit dat dan als je sondevoeding krijgt? Steunenberg: ‘Patiënten die sondevoeding krijgen, krijgen meestal 1,5 tot 2 liter sondevoeding en daarmee dus vocht. Maar bij veel zweten is extra vocht nodig. Dat kunnen patiënten die sondevoeding krijgen zelf toedienen via de sonde, of met hulp van de thuiszorg of verpleegkundige.’
Harrewijn: ‘Luister naar je lichaam, doe die waterfles in je tas en eet lekker een koel stuk watermeloen in de schaduw. Hopelijk helpen deze tips je gezond en fris de warme dagen door. Voor je het weet is heel de zomer alweer voorbij!’
