U kunt hier uw voorkeuren instellen voor cookies voor sociale media en doelgerichte reclame. We plaatsen altijd functionele cookies en analytische cookies. Functionele cookies zijn nodig om de site goed te laten werken. Met analytische cookies verzamelen we anonieme gegevens over het gebruik van onze site. Met die gegevens kunnen we de site verder verbeteren zodat u makkelijker kunt vinden wat u zoekt.
Ben je een slechte arts als je het beroepsgeheim doorbreekt?
Door: Eline vd Meulen
Leestijd: 3 min.
Alle artsen hebben een medisch beroepsgeheim. Dat betekent dat ze niets mogen zeggen over wat ze tijdens hun werk te weten komen over een patiënt. Maar er zijn momenten waarop het voorkomt dat een arts zijn beroepsgeheim mag of moet doorbreken. Hoe groot is het dilemma voor een arts om die keuze te maken?
Het beroepsgeheim is niet absoluut; er zijn superveel uitzonderingen waarbij een arts ’m mag doorbreken. Wie daar bijna wekelijks mee te maken hebben, zijn de UMCG’ers uit Team Huiselijk Geweld en Kindveiligheid. Dat bestaat uit aandachtsfunctionarissen Marleen Pastoor, Els Planting en Carla Vochteloo en kinderartsen Sociale Pediatrie Nynke Kuindersma en Michel van Vliet. Zij zijn er niet alleen voor de borging van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in het ziekenhuis. Met z’n vijven staan ze ook collega’s bij die zorgen hebben over de veiligheid van een kind. Zij helpen hen om die zorgen te ordenen en met hen na te gaan of er wel of niet sprake is van mishandeling. En ze bespreken of er vervolgstappen nodig zijn en er een melding moet worden gedaan bij Veilig Thuis. Maar zo’n melding wordt niet zomaar gemaakt.
Meldcode
In het UMCG werken we met de KNMG-meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld. Deze code helpt professionals met het signaleren en handelen bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling. ‘Een kind kan bijvoorbeeld met blauwe plekken bij ons binnenkomen. Of met een verhaal dat niet past bij het letsel’, vertelt Nynke Kuindersma. ‘Maar je hebt ook de wat vagere signalen. Die gaan over groei en ontwikkeling en wanneer dat stil blijft staan.’ Het is stap 1 van de meldcode: het verzamelen van alle aanwijzingen die het vermoeden of de constatering van kindermishandeling en/of huiselijk geweld kunnen onderbouwen of ontkrachten. Voor Team Huiselijk Geweld en Kindveiligheid is dit hét moment om meteen open kaart te spelen met de ouders/verzorgers en er met hen over in gesprek te gaan. Zo transparant mogelijk zijn. Beroepsgeheim doorbreken is dan ook niet aan de orde.
Spanning bij ouders
Voor ouders zijn het vaak hele spannende gesprekken die volgen. Nynke: ‘Er is geen ouder die een kind krijgt en intentioneel zegt: ik ga hem of haar mishandelen. Daar zit vaak wat achter. Psychische bagage, onmacht, angst. Het gaat er in de gesprekken die we met hen voeren om dat ze zich gehoord voelen. We gaan er ook altijd zonder oordeel in, want je krijgt pas een goed gesprek als je dat loslaat.’ Michel van Vliet vult aan: ‘In de afgelopen 20 jaar heb ik denk ik 1 of 2 keer meegemaakt dat een ouder toegeeft iets te hebben gedaan. Alle andere keren zeiden ouders dat ze onschuldig waren. Dat wil ik heel graag geloven; ouders zijn nu eenmaal bang dat hun kind uit huis wordt geplaatst. Maar wij kunnen zo lastig inschatten of het bij hen thuis veilig is of niet.’ En dus wordt overgegaan op de laatste stap van de meldcode: Veilig Thuis bellen. Michel: ‘Daarbij zetten we de telefoon tegenwoordig altijd op de speaker. Op die manier begrijpen ouders veel beter waarom we doen wat we doen.’
Slapeloze nachten
Soms lukt het niet goed om in contact te komen met ouders. Dat zijn de casussen die bijblijven en waar Els, Marleen, Carla, Nynke en Michel allemaal wakker van liggen. Ieder heeft daarbij ook z’n eigen triggers. Dat kan zijn wanneer het kinderen betreft in de leeftijdscategorie van hun eigen kinderen of kleinkinderen. Gelukkig is het team hecht en wordt er veel nabesproken. Vooral ’s avonds, wanneer ze in de rust komen en hun dag nog eens overdenken. Michel: ‘Wat we dan vaak tegen elkaar zeggen is: ik zou dit kind zó gunnen dat… Maar we gaan het niet voor mekaar krijgen. Ik voel me dan zo machteloos.’
Beroepsgeheim doorbreken
Door de ouders en het kind van A tot Z mee te nemen in het proces en hen continu te informeren, is er eigenlijk geen sprake van het doorbreken van het beroepsgeheim. Voor Nynke en Michel voelt het dan ook niet als iets slechts als ze Veilig Thuis wél moeten inschakelen. ‘Het lukt eigenlijk altijd om toestemming te krijgen van de ouders’, vertelt Michel. ‘Bovendien ben ik er primair voor het kind en secundair voor de ouders. Voor ouders vind ik het natuurlijk heel vervelend als we een melding moeten maken bij Veilig Thuis, maar als het in het belang van het kind is, heeft dat wat mij betreft voorrang.’
Ook Nynke, die in 2001 haar bul haalde en haar geheimhoudingsverklaring ondertekende, heeft deze in al die jaren nog nooit doorbroken. ‘Zolang we met ouders in gesprek blijven en open zijn, is daar geen sprake van. Voor mij voelt het dan ook niet dat ik het beroepsgeheim doorbreek omdat het in afstemming gaat met ouders.’
Het Dilemma
In het UMCG lopen we tegen allerlei soorten dilemma’s aan. In de rubriek Het Dilemma diepen we er elke acht weken een uit en laten we zien hoe we hiermee omgaan.