Jeanet en haar man willen graag kinderen. Ze beginnen aan een vruchtbaarheidsbehandeling bij het UMCG, maar dan ontdekt de gynaecoloog dat Jeanet baarmoederhalskanker heeft.

Je was 27 en net begonnen met een ivf-behandeling toen de alarmbellen gingen.

‘De gynaecoloog wilde voor de zekerheid een uitstrijkje maken omdat ik steeds wat bloedde bij het maken van een inwendige echo. Ik was niet meteen ongerust want ik had nooit klachten. Ze ontdekten afwijkende cellen en er moest een laagje van mijn baarmoedermond worden gehaald. We baalden ervan dat het ivf-traject daarom werd stopgezet. Dat ze het verwijderde weefsel ook nog gingen onderzoeken is vast wel verteld, maar ik heb dat niet opgeslagen. Ik was dus totaal niet voorbereid op het telefoontje dat ik na twee weken kreeg. Terwijl ik alleen thuis was, we net een huis hadden gekocht en de volgende dag de sleutel zouden krijgen, kreeg ik te horen dat ik baarmoederhalskanker had.’  

Je had een levensbedreigende ziekte, moesten jullie je kinderwens opgeven?

'De oncoloog stelde voor om een deel van mijn baarmoederhals en lymfeklieren weg te halen en mijn baarmoeder te behouden. Maar omdat ze niet zeker wisten of dat kon en ik misschien ook nog bestralingen of chemokuren nodig had, kregen we een spoedbehandeling om embryo's te verkrijgen. Dat was een hele geruststelling. Op mijn 28e verjaardag ben ik geopereerd. Ik weet nog dat ik wakker werd uit de narcose en ze vertelden dat de operatie goed was verlopen. Alle kankerweefsel was verwijderd, er was geen verdere behandeling nodig. Hoe groot de kans was dat ik nog kinderen kon krijgen, wisten ze niet want daar hebben ze niet veel ervaring mee. De meeste vrouwen die baarmoederhalskanker krijgen zijn ouder en hebben al kinderen.’  

Een jaar na de operatie was je voldoende hersteld om verder te gaan met de ivf-behandeling.

‘Ik was direct zwanger, maar bij 21 weken braken de vliezen en kreeg ik weeën. Ons zoontje is helaas in mijn buik overleden. Ze weten niet of dat te maken heeft met de operatie die ik heb gehad.  
Doordat we hadden ervaren hoe groot de liefde is die je voor een kind voelt, was onze kinderwens nog groter. Toen ik weer zwanger was, begreep de gynaecoloog heel goed dat we dat heel spannend vonden. Als ik ongerust was, mochten we altijd bellen of langskomen. Gelukkig verliep alles perfect en hebben we een gezonde dochter gekregen.’  

Je bent nu 5 jaar ‘schoon’, maar hebt veel meegemaakt.

‘Om alles te verwerken heb ik hulp gezocht. Misschien dat ze me dat in het UMCG al eens hadden aangeboden, dat weet ik niet meer. Mezelf kennende heb ik toen vast gezegd dat ik dat niet nodig had. Als vriendinnen langs wilden komen om te helpen, hield ik dat eerder ook af. Ik vond dat ik mezelf moest redden en vond het vooral moeilijk als anderen vroegen hoe het met me ging. In therapie heb ik geleerd om over mezelf te praten en anderen toe te laten. Mijn werk als wijkverpleegkundige heb ik weer opgepakt en ik merk dat ik me nu beter in mijn patiënten kan inleven. Bijvoorbeeld als ze slecht nieuws hebben gekregen. Dat zijn van die momenten waarop ik denk: met mij had het ook anders kunnen aflopen.’ 

Het UMCG heeft een multidisciplinair Expertisecentrum voor Gynaecologische tumoren. Voor het stellen van de juiste diagnose en de complexe behandelingen, werken veel verschillende specialisten daar met elkaar samen. Ook biedt het UMCG leeftijdsspecifieke zorg (AYA-zorg) aan jongeren en jongvolwassenen met kanker. Bij de behandelingen wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met de gevolgen voor werk, opleiding, seksualiteit, relaties, vruchtbaarheid en late bijwerkingen van behandelingen.