U kunt hier uw voorkeuren instellen voor cookies voor sociale media en doelgerichte reclame. We plaatsen altijd functionele cookies en analytische cookies. Functionele cookies zijn nodig om de site goed te laten werken. Met analytische cookies verzamelen we anonieme gegevens over het gebruik van onze site. Met die gegevens kunnen we de site verder verbeteren zodat u makkelijker kunt vinden wat u zoekt.
‘Niet weer iemand die alles beter weet voor mij in mijn zwangerschap’
Door: Joost Wessels
Leestijd: 5 min.
Een positieve, begripvolle houding van zorgverleners is belangrijk voor zwangeren in kwetsbare situaties. Zij staan daardoor meer open voor hulp.
Het is voor de hoogopgeleide zorgverleners in de geboortezorg moeilijk zich te verplaatsen in de zwangeren in kwetsbare situaties, stelt hoogleraar geboortezorg Ank de Jonge. Ze wijst daarom op het grote belang van goede relaties; niet alleen tussen zorgverleners en zwangeren, maar ook tussen zorgverleners onderling.
Moeilijk om juiste aansluiting te vinden
De meeste verloskundigen, artsen en verpleegkundigen verschillen in opleidingsniveau, cultuur en gewoontes van de zwangeren die geboortezorg nodig hebben. Veel zwangeren uit deze groepen bevinden zich in kwetsbare situaties. Dat kan leiden tot hogere risico’s op vroeggeboorte, groeiachterstand bij hun kinderen of zelfs sterfte. De Jonge: ‘Die kwetsbare situaties kunnen te maken hebben met psychische kwetsbaarheid, financiële problemen, roken of verstandelijke beperkingen. Het is vaak heel moeilijk om daar als zorgverlener goed mee om te gaan. Want door de culturele verschillen en gewoontes, missen we toch vaak de aansluiting met degenen die anders zijn dan wij.’ Zwangeren in kwetsbare situaties ervaren het aanbieden van ondersteuning al snel als betuttelend. De Jonge: ‘We hebben een filmpje van een op het oog goed verlopend gesprek tussen een vrouw en een verloskundige. Na afloop zit die vrouw alleen maar te mopperen dat ze sprak met iemand die alles weer beter denkt te weten.’
Soms zijn ongezonde keuzes logisch te verklaren
Ook zwangeren in kwetsbare situaties willen zelf bepalen wat goed voor ze is en betrokken worden bij besluitvorming. Volgens De Jonge geven zwangeren die roken aan dat het niet helpt om kritisch te zijn over hun rookgedrag. ‘Ze willen neutrale informatie over de gevolgen van roken voor de zwangerschap en ondersteuning bij hun eigen beslissing om ermee te stoppen.’ Ook kunnen ongezonde keuzes voor de zwangeren een volstrekt logisch gevolg zijn van iets. Roken kan een uiting zijn van stress door financiële problemen. De Jonge: ‘Zo iemand is dan meer gebaat bij schuldhulpverlening dan bij een goedbedoeld advies om te stoppen met roken. Een ander voorbeeld is het eten van fastfood. Als dat goedkoper is dan groente en fruit kan het logisch zijn om daarvoor te kiezen.’
Houding van respect en begrip kan leiden tot meer open staan voor hulp
Volgens De Jonge begint het er mee dat zorgverleners in de geboortezorg zich bewust zijn van verschillen. ‘De verloskundige moet zich realiseren dat de ander eigen keuzes maakt. Je moet naast zwangeren gaan staan en hen van dienst zijn door na te gaan wat voor hen écht zinvol is.’ Naast dit bewustzijn moeten zorgverleners de juiste houding en vaardigheden hebben. De Jonge: ‘We hebben gezien dat zwangeren feilloos aanvoelen als zorgverleners op hen neerkijken. Terwijl zij juist erg sterk moeten zijn om te overleven in kwetsbare situaties. Een houding van respect en begrip bij zorgverleners is van groot belang. We hebben in onderzoek aangetoond dat een positieve houding en oprechte interesse om een zwangere beter te leren kennen, eraan bijdragen dat ze open staan voor extra hulp die wordt geboden.’ Dit heeft geleid tot een nieuwe training over het verbindende gesprek, die collega's van De Jonge gaan aanbieden aan zorgverleners in de hele provincie Groningen.
Ank de Jonge, hoogleraar geboortezorg. Foto: UMCG.
Niet steeds een andere verloskundige
Een ander aspect is dat zwangeren in kwetsbare situaties continuïteit van zorg willen. De Jonge: ‘Uit ons onderzoek is gebleken dat zij een band willen opbouwen met verloskundigen. Dat lukt niet als ze bij elke afspraak een andere zorgverlener zien, die hen telkens weer vertelt wat ze anders moeten doen. Sommige onderzoeken laten zien dat zwangeren in kwetsbare situaties die continue zorg van verloskundigen ontvangen, minder vaak te vroeg bevallen of een te kleine baby krijgen.’
Onderlinge relaties belangrijk voor werkplezier verloskundigen
Die continuïteit wordt ook vergroot als zorgverleners langer in de geboortezorg blijven werken. Ongeveer een derde van de eerstelijns verloskundigen overweegt om met het vak te stoppen. Een punt van zorg volgens De Jonge: ‘Het blijkt dat verloskundigen hun onderlinge relaties met andere verloskundigen belangrijk vinden en dat dit een reden is waarom ze van hun werk houden. Het is dus belangrijk dat we investeren in goede relaties en ondersteuning op de werkvloer. Samen met onderzoekers en docenten van de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen, doen wij onderzoek naar hoe verloskundigen het zware werk op de langere duur kunnen volhouden. Ook willen ze zich kunnen blijven ontwikkelen. Met alle verloskunde academies zijn we daarom vorig jaar gestart met een Master Verloskunde. Deze biedt verloskundigen de kans om zich binnen en naast de klinische praktijk verder te ontwikkelen.’
Onderwijs en onderzoek samen met ervaringsdeskundigen
De vakgroep Verloskundige Wetenschap van het UMCG werkt ook samen met ervaringsdeskundigen; zwangeren die financiële problemen hebben gehad, die veel stress hebben gehad of problemen met wonen. Volgens De Jonge zijn uit de projecten Samen Kwetsbaar, Samen Sterk en Samen Stoppen, Samen Sterk nieuwe vormen van onderwijs voor zorgverleners voortgekomen. ‘Juist doordat zij betrokken worden in de lessen die we aan verloskundigen geven, zijn die lessen anders geworden. We denken dat we verloskundigen daardoor beter kunnen voorbereiden op de praktijk.’
Ook heeft de samenwerking met ervaringsdeskundigen tot aanpassing van het onderzoek geleid. De Jonge: ‘Soms geven ze ons adviezen over de aanpak van ons onderzoek. Soms krijgen we tips over de opzet en begrijpelijkheid van vragenlijsten die we gebruiken. Daardoor zijn onze onderzoeken beter geworden.’
Samenwerkingsverband tussen UMCG, AUMC en InHolland
Samenwerkingsverband tussen UMCG, AUMC en InHolland
Ank de Jonge houdt op vrijdag 14 juni haar oratie, waarmee ze haar benoeming tot hoogleraar Verloskundige Wetenschap aanvaardt. De afdeling Verloskundige Wetenschap is gebaseerd op een overeenkomst tussen drie partijen, namelijk het UMCG, Amsterdam UMC en de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen (AVAG) van InHolland.
De onderzoeksafdeling bestaat uit twee groepen, een in het UMCG en een in het Amsterdam UMC. In Groningen zijn er twee onderzoekslijnen. Esther Feijen-de Jong heeft het accent van het onderzoek op inwoners in kwetsbare omstandigheden en op het welzijn van verloskundigen. Lilian Peters heeft haar focus op gezondheid van vrouwen en onderzoekt de impact van één of meerdere gebeurtenissen tijdens zwangerschap en bevallingen op de gezondheid van moeder en kind. De onderzoeksgroep in het UMCG wordt gecoördineerd door Esther Feijen-de Jong en Lilian Peters.