Hans Nijman: ‘Voor het eerste Eureka!-moment moet je bij Toos zijn, bij haar is het allemaal begonnen.’
Knippen en plakken met DNA-fragmenten
Toos Daemen: ‘In 1983 begon ik met mijn onderzoek naar immuuntherapie tegen kanker. Tijdens mijn promotieperiode vooral door te onderzoeken of we macrofagen kunnen activeren om tumorcellen te herkennen en doden. In de jaren erna richtte mijn onderzoek zich ook op het activeren van T-cellen tegen kankers als baarmoederhalskanker en leverkanker. Vanaf ongeveer 2000 ontwikkelden we een immuuntherapie die gebruik maakt van een virus om kanker-specifieke eiwitten te produceren om daarmee T-cellen te activeren gericht tegen kanker. Met behulp van knippen en plakken van DNA fragmenten stelden we virusvaccins samen waarvan we verwachtten en hoopten dat ze in staat waren om het immuunsysteem in actie te zetten om kankercellen aan te vallen.
Ik weet nog goed dat we op een gegeven moment muizen met een tumor een van deze vaccins injecteerden, waarna de tumoren ontzettend snel verdwenen. Zoiets had ik nog niet eerder gezien en ik dacht: dit is heel erg goed, nu hebben we écht wat in handen. Dit was in 2001, ik heb het labjournaal nog waarin we onze resultaten bijhielden, bij dit verslag staan allemaal blije gezichten getekend.’
Slechte timing: bankencrisis
Hans Nijman: ‘Een aantal jaar daarna kruisten onze wegen, nadat ik in het UMCG als gynaecoloog-oncoloog was begonnen, in de groep van de huidige UMCG-bestuursvoorzitter Ate van der Zee. Ik had in Leiden en Amsterdam al veel onderzoek gedaan naar de rol van het immuunsysteem bij kanker, wat heel mooi aansloot bij het wetenschappelijk werk van Toos en haar groep. De wens was groot om te komen tot een medicijn wat beschikbaar zou komen voor patiënten met kanker of een voorstadium van kanker. Het geld en de kennis die daarvoor noodzakelijk is, laat zich best organiseren door een bedrijf op te richten. Toos en ik besloten daarom om samen met Ate van der Zee en Jan Wilschut - met wie Toos in het lab samenwerkte - een bedrijf te starten waarmee we op zoek gingen naar investeerders.
Onze timing was echter ongelukkig: het was inmiddels 2007, 2008: we zaten midden in de bankencrisis. Ik weet nog goed dat we voor pitches naar bedrijven op de Zuidas gingen. Een keer waren we in een schitterend gebouw met een gouden inrichting. Vol goede moed stapten we op de bovenste verdieping uit de lift voor onze pitch. We kregen complimenten voor ons verhaal en het idee, maar de portemonnee was leeg.’
Toos Daemen: ‘We waren er sterk van overtuigd dat het virus ook bij de mens zou gaan werken. Gelukkig waren de RUG en het UMCG dat ook. Zij hebben veel met ons meegedacht en ook geïnvesteerd in de spin-off. Met financiering vanuit KWF, maar ook met regionale subsidies, fondsen en andere bronnen is het uiteindelijk gelukt om onze onderzoeken te financieren. Zo kwamen we uiteindelijk tot ons tweede Eureka!-moment: het vaststellen dat het ook werkt voor de mens.’
Verschil met HPV-vaccin voor kinderen Kinderen krijgen in het jaar dat ze tien worden een vaccinatie tegen het HPV-virus. Deze inenting biedt zowel jongens als meisjes bescherming tegen besmetting met HPV en is dus een preventief vaccin. Het vaccin dat Daemen en Nijman op de markt willen brengen is een behandelvaccin. Dit is bedoeld om toe te dienen wanneer een vrouw in een vergevorderd voorstadium van baarmoederhalskanker zit. Het behandelvaccin zet dan het afweersysteem aan het werk om alle afwijkende cellen op te ruimen, waarbij ook het HPV-virus opgeruimd wordt. Zo helpt het behandelvaccin om baarmoederhalskanker te voorkomen. |
Ver voor de troepen uit
Hans Nijman: ‘Wat het zo ingewikkeld maakte, is dat er ontzettend veel regelgeving is voor het produceren van een viraal vaccin dat niet eerder aan een mens is gegeven. We moesten bijvoorbeeld aantonen dat er geen virus ontstond dat zich onder mensen kon verspreiden. Een terechte vraag natuurlijk, maar hoe toon je dat aan? Uiteindelijk hebben we iedereen kunnen overtuigen door goed onderbouwd uit te leggen hoe idioot klein die kans zou zijn. Ik denk dat het vooral zo ingewikkeld was omdat we ver voor de troepen uit liepen. Als je iets doet wat nog niet eerder gedaan is, ben je al snel veel extra tijd kwijt.’
Toos Daemen: ‘Uiteindelijk zijn we in 2014 begonnen met het produceren van het vaccin, in onze eigen apotheek van het UMCG. Vervolgens konden we starten met ons onderzoek naar de vraag of het veilig is om aan mensen te geven. En zien we een positief effect? Op beide was het antwoord: ja. Vervolgens hebben we in de tweede fase onderzocht of er bij vrouwen met een voorstadium van baarmoederhalskanker een positief effect was. Recent hebben we de resultaten van het onderzoek gepubliceerd en weten we dat behandeling met het vaccin veilig en effectief is.’
De laatste stap
Hans Nijman: ‘De laatste stap die we nu moeten zetten, voordat we het vaccin uiteindelijk op de markt kunnen brengen, is een grote, gerandomiseerde studie om het effect bij een grotere groep patiënten aan te tonen. We zijn ervan overtuigd dat dit gaat lukken: geen enkel behandelvaccin is zo ver gekomen en zo succesvol gebleken als het onze. De zoektocht is nu om het benodigde geld bij elkaar te krijgen en daarna zal het nog meerdere jaren duren voor we definitief weten hoe goed ons vaccin is. Als dat allemaal succesvol verloopt, zou het uiteindelijk als geregistreerd product op de markt kunnen komen en is ons Eureka!-verhaal rond.'