“De schildklier maakt schildklierhormonen aan. Vrijwel alle processen in het lichaam hebben die hormonen nodig. Als je geen schildklier hebt of een traag functionerende schildklier, worden al die processen verstoord. Mensen hebben het koud, zijn steeds moe, hebben een trage hartslag, last van haaruitval, een trage stofwisseling, gewichtstoename... Het lichaam kan niet zonder schildklierhormonen. Deze mensen moeten hun schildklierhormonen dus als medicijn slikken. Ruim 90 procent van de patiënten doet het prima op deze schildkliermedicijnen. Zo’n 10 procent houdt, ondanks medicatie, klachten.”
Is er voor patiënten een alternatief medicijn?
“In Nederland gebruiken ruim 500.000 mensen schildklierhormonen. Zo’n 350.000 van hen gebruiken Thyrax. Het gaat dus om een grote groep mensen. Er zijn nog drie andere merken schildklierhormoon, maar overstappen naar een ander middel, dat nét weer in andere doseringen en met andere hulpstoffen gemaakt is, kan problemen geven.”
Waarom kunnen die patiënten niet zomaar overstappen op een ander middel?
“Het instellen op de medicatie, dus het bepalen van de juiste dosis, steekt heel nauw. Vaak duurt het een tijd voordat we precies de juiste hormoonspiegel in het bloed bereikt hebben. Zijn de waarden in het bloed te laag, dan houden patiënten hun klachten (traag, moe, koud, etc). Zijn de waarden te hoog, dan voelen ze zich gejaagd, hebben een te hoge hartslag, dunne ontlasting, etc. Switchen naar een ander medicijn betekent dat je opnieuw moet ‘instellen’. Voor het merendeel van de patiënten zal dat vrij probleemloos gaan, voor anderen niet. Zij moeten met hun behandelaar zoeken naar de juiste dosis, met in de tussentijd klachten door het teveel of te weinig aan schildklierhormoon. En ze moeten regelmatig bloed prikken om steeds de bloedwaarden te bepalen.”
Heel vervelend voor patiënten dus. Zit er ook nog een voordeel aan dit nadeel?
“Geen enkele dokter laat goed ingestelde patiënten zo maar switchen van medicijn. Er zijn ook nooit goede vergelijkende studies gedaan tussen de verschillende schildkliermedicijnen. Nu heel veel mensen door omstandigheden gedwongen worden te switchen, gebruiken we deze gelegenheid om precies te registreren wat er bij hen gebeurt. Als we bijvoorbeeld bij de eerste groep zien dat de dosering van het nieuwe medicijn moet worden aangepast, kunnen we nieuwe patiënten gelijk de aangepaste dosis geven. Zo kunnen we kennis verzamelen om de behandeling van schildklierpatiënten te verbeteren. Zo krijgt Cruijff toch een beetje gelijk.”