‘Met ons onderzoek willen we aantonen dat deze nieuwe implantaten veilig in het gebruik zijn, en vooral ook: dat onze patiënten er daadwerkelijk weer goed mee kunnen horen’, vertelt KNO-arts van het UMCG Tjerk Aukema. ‘We vragen patiënten om mee te doen aan het onderzoek. Niet iedere patiënt komt in aanmerking om mee te doen. Voor Piet was dit duidelijk de beste optie’.

Geluidstrillingen
Tjerk Aukema en zijn collega’s van Keel-, Neus- en Oorheelkunde doen onderzoek naar een nieuw soort gehoorimplantaat. Het is een zogeheten Bone Conduction Device (BCD), dat geluidstrillingen via het bot van de schedel overbrengt. BCD is één van de drie soorten gehoorapparaten/implantaten; je hebt het ‘gewone’ gehoorapparaat dat aan en in het oor gedragen wordt, dan heb je voor mensen die doof of zeer slechthorend zijn het cochleair implantaat (dat ook ín het hoofd wordt aangebracht), en als derde dus de BCD’s.

Blij dat ik meewerkte
‘Ik heb niet getwijfeld, ik zag meer voor- dan nadelen’, zegt Piet als we hem vragen waarom hij een experimentele behandeling onderging. ‘Ik heb er steeds veel vertrouwen in gehad. En ben blij dat ik meewerkte aan het onderzoek. Ook nu ik het implantaat al een tijdje heb, kom ik nog geregeld in het UMCG voor testjes en afstelling. Daar heb ik baat bij, en de wetenschap ook. Een win-win-situatie.’


 

In aflevering 10 van de UMCG-podcast UMCGesprekken vertelt Piet Boekelo waarom hij koos voor een nieuw soort BCD-gehoorimplantaat waar nog volop onderzoek naar werd gedaan. Tjerk Aukema, de KNO-arts, vertelt waarom hij aan Piet het experimentele implantaat voorstelde.