Eén van de getalenteerde atleten die nu in Beatrixoord kan trainen is de 16-jarige handbiker Rinze de Jong uit Buitenpost. Hij is geboren met spina bifida (open rug) en heeft altijd moeite met lopen gehad. Rinze is dolblij met de mogelijkheid om nu in Beatrixoord te trainen: ‘Ik heb hier een geweldige accommodatie, alles kan hier.’ Een groot voordeel voor Rinze is bovendien dat het veel dichter bij huis is. ‘Ik ben minder tijd met reizen kwijt. Eerder moest ik voor trainingen vaak naar het Nationaal Sportcentrum Papendal, dat vlakbij Arnhem ligt.’
Tijdens een Talentendag op Papendal bleek Rinzes aanleg voor handbiken en wheelen. Eerder dit jaar behaalde hij een bronzen medaille bij het Nederlands Kampioenschap in zijn klasse. ‘Ik train nu twee keer per week in Beatrixoord met 3 andere handbikers. De begeleiding is perfect, ik krijg veel tips en goede adviezen. We trainen zowel binnen als buiten. Dat zijn hele goede en ook gezellige trainingen.’
Hoogleraar revalidatiegeneeskunde Rienk Dekker is vanaf het begin betrokken bij de oprichting van dit centrum. ‘Het is een prachtige samenwerking tussen Stichting BEA, Topsport NOORD en het UMCG Centrum voor Revalidatie. Onze gezamenlijke wens was een talentprogramma voor paralympische sporten te ontwikkelen en daarvoor een eigen trainingscentrum, inclusief een (para)medisch begeleidingsteam op te zetten.’
Verschillende experts van het Centrum voor Revalidatie (CvR) begeleiden de talenten. Dekker: ‘Wij hebben een team van revalidatieartsen, fysiotherapeuten, instrumentmakers en medewerkers van ons inspanningslaboratorium. Zij geven de sporters adviezen over preventie en het voorkomen van blessures. Mochten ze toch geblesseerd raken dan adviseren wij wat voor hen de beste behandeling is. We adviseren hen ook over welke protheses of rolstoelen ze het beste kunnen gebruiken om hun sport te kunnen beoefenen. En geregeld helpen we bij het verkrijgen van dergelijke, soms kostbare hulpmiddelen.’
Het CvR heeft ook een rol bij het optimaliseren van de trainingsschema’s van de paralympische toptalenten. Dekker: ‘We kunnen de sporters regelmatig testen. Op basis van de resultaten van die testen kunnen hun trainingsschema’s verder verfijnd worden.’ In de paralympische sport zijn er veel verschillende categorieën, samenhangend met de mate van handicap van de betrokken sporters. Dekker: ‘Als high performance partner van NOC*NSF mogen wij die testen doen om de sporters te classificeren voor bepaalde categorieën.’
Handbiker Rinze de Jong hoopt nog lang en intensief van de mogelijkheden van het Paralympisch Centrum Noord gebruik te maken. Hij heeft een duidelijk doel voor ogen: ‘Mijn grote voorbeeld is Jetze Plat. Ik vond het geweldig dat hij ook bij de opening van het centrum aanwezig was. Ik wil net zo goed worden als Jetze. Mijn doel is om op de Paralympische Spelen van 2028 in Los Angeles uit te komen.’
Naast de directe begeleiding van de sporters, vindt er in het CvR wetenschappelijk onderzoek plaats om de paralympische sport verder te ontwikkelen. Rienk Dekker: ‘We doen bijvoorbeeld studies naar het effect van trainingsprogramma’s. We willen weten welk programma het best of het snelst de fitheid, conditie en kracht bevordert. Ook doen we onderzoek naar het optimaliseren van behandelingen bij blessures en het verder ontwikkelen van sporthulpmiddelen.’
Bewegingswetenschapper Riemer Vegter onderzoekt vooral manieren waarop rolstoelsporters op de beste manier hun rolstoel kunnen gebruiken. Zo optimaliseert hij de aandrijftechniek van rolstoelgebruikers om overbelasting te voorkomen en prestaties te stimuleren. Verder is Vegter initiatiefnemer van Wheel Power; een nationaal onderzoeksprogramma waarbij met rolstoelsporters kennis wordt ontwikkeld die direct ten goede komt aan de sporter.
Vegter verwacht veel van het Paralympisch Centrum Noord voor zijn onderzoek: ‘Ontwikkelingen in de paralympische topsport hebben altijd effect op de sportbeoefening van breedteporters met beperkingen. De paralympische toptalenten kunnen nu hier trainen. Ik kan daardoor met hen veel meer dingen onderzoeken en sneller tot resultaten komen. Beatrixoord is nu een echte kenniswerkplaats voor de wetenschap op dit terrein.’
