Laat de cijfers even op je inwerken. Jaarlijks denken zo'n 410.000 Nederlanders aan zelfdoding, aldus het CBS. Ieder jaar doen zo'n 94.000 van hen daadwerkelijk een poging om zichzelf om het leven te brengen. Rond 1900 mensen overlijden daaraan.
Achter die kille getallen gaat een wereld van leed schuil. Een wereld, waarvan we eigenlijk nog maar weinig begrijpen, aldus promovenda Justine Dickhoff, werkzaam bij het Cognitive Neuroscience Center van het UMCG. In de zogenaamde HOPES-studie brengen zij en haar collega's in kaart wat er gebeurt in de hersenen van mensen die recent een zelfmoordpoging hebben gedaan. Bijvoorbeeld of die patiënten hun emoties misschien op een andere manier verwerken. De uitkomsten vergelijken ze met patiënten met vergelijkbare depressieve psychische klachten zónder gedachten aan zelfdoding en met een gezonde controlegroep.
Hoe pakken jullie dat aan?
“In ons onderzoek maken we met een speciaal soort MRI-scan afbeeldingen van de hersenen van deelnemers. Terwijl ze in de scanner liggen, krijgen ze op een beeldscherm plaatjes of teksten te zien. Die gebruiken we om we ze bepaalde mentale taken te laten uitvoeren. Dat onderzoek herhalen we na een jaar. Daarnaast interviewen we de deelnemers en vullen zij op meerdere momenten vragenlijsten in.”
Wat voor taken moeten deelnemers doen?
“We kijken naar verschillende processen in de hersenen. Hoe mensen emoties aansturen en verwerken. Of ze emoties bij anderen herkennen. En in hoeverre ze in staat zijn om zich positieve toekomstige gebeurtenissen in te beelden. Voor elk van de drie gebruiken we andere taken. Zo laten we deelnemers positieve, negatieve en neutrale plaatjes zien. Bij de positieve plaatjes, bijvoorbeeld van een zonnig strand, vragen we ze om dat gevoel te versterken door aan een fijne eigen ervaring te denken. Zo krijgen ze steeds andere opdrachten. Op de scans kunnen we dan zien of tijdens het doen daarvan bij de ene groep andere hersengebieden actief zijn dan bij de andere.”
Wat hopen jullie daarvan te leren?
“In eerste instantie willen we vooral beter snappen wat er gebeurt in de hersenen van mensen die een poging tot zelfdoding hebben gedaan, of dat overwegen. Er lopen dus ontzettend veel mensen met dit soort gedachten en plannen rond. Het — vaak verborgen — leed dat erachter schuilgaat is enorm. Voor patiënten én hun omgeving. Zo bezien is het eigenlijk raar dat we zo weinig begrijpen van de mechanismen achter zelfdoding. Als we daar meer inzicht in hebben, kunnen we die kennis vervolgens gebruiken om behandelingen te verbeteren. We verwachten dat we eind 2020 de eerste resultaten van ons onderzoek hebben.”
Heeft u in uw eigen omgeving wel eens te maken gehad met een zelfdoding?
“Helaas wel. Een goede vriend van me heeft zich een aantal jaren geleden van het leven beroofd. Ik zag dat totaal niet aankomen; kort daarvoor hadden we samen nog een gezellige avond gehad. Nog altijd weet ik niet waarom hij besloot uit het leven te stappen.”
Jullie onderzoeken mensen die heel recent, niet langer dan twee weken voor de scan, een poging tot zelfdoding hebben gedaan. Is het niet lastig om die te vinden?
“We werken goed samen met de psychiaters van het UMCG. Zij brengen ons met mogelijke deelnemers in contact. Sinds de start anderhalf jaar geleden hebben tien patiënten uit deze groep meegewerkt. Dat doen ze vooral omdat ze zelf ook graag willen weten of hun hersenen ‘anders’ zijn. Zeker als ze daar in de toekomst lotgenoten mee kunnen helpen.”
Stel dat iemand die dit leest aan zelfdoding denkt, of iemand kent bij wie dat het geval is. Wat kan die dan het beste doen?
“Praat erover. Het delen van je gedachten kan echt helpen om je gepieker te onderbreken. Met een naaste of je huisarts bijvoorbeeld. Wil je geen bekende spreken, dan kun je ook 113 bellen of via de website 113.nl met een deskundige vrijwilliger chatten. Dat is vertrouwelijk en volledig anoniem. Blijf in ieder geval niet alleen met je gedachten rondlopen.”
Extra geld
In 2017 waren er in Nederland 1917 gevallen van zelfdoding, het hoogste aantal ooit. Reden voor de overheid om extra geld uit te trekken voor preventie van en onderzoek naar suïcide. Zo is er 3,2 miljoen euro beschikbaar voor onderzoek naar zelfdoding. De HOPES-studies wordt uit dit budget gefinancierd. Verder krijgt de Stichting 113 Zelfmoordpreventie extra subsidie om meer hulpverleners in te zetten.