Om die vraag te beantwoorden, worden sinds 2018 talentvolle jeugdzwemmers meerdere malen per jaar getest op allerlei onderliggende kwaliteiten die kunnen bijdragen aan sneller zwemmen. Hierbij keek Aylin Post naar de ontwikkeling van zwemprestaties, maar ook naar de ontwikkeling op fysieke, technische, tactische en mentale vaardigheden. Het meest recente deelonderzoek richt zich op het belang van zelfregulatie.
Talentvolle jeugdzwemmers en zelfregulatie
Zelfregulatie is een proces dat zich afspeelt in ons hoofd, maar invloed heeft op ons gedrag. Het is een verzameling van allerlei vaardigheden, overtuigingen en strategieën die ons helpen om ons doel te behalen. Hierbij is te denken aan plannen en reflecteren, maar ook aan inzet en geloof in eigen kunnen. Al met al zegt zelfregulatie iets over de mate waarin iemand qua denken, willen en doen betrokken is bij zijn eigen ontwikkeling. Dit kan helpen bij effectiever en efficiënter leren en trainen. Dit is voor jonge talenten heel belangrijk omdat de top binnen een afgebakende tijd moet worden behaald.
‘We hebben bij 157 talentvolle zwemmers een vragenlijst afgenomen om te meten hoe vaak zij voor, tijdens en na de training zelfregulatie gebruiken’, geeft Post aan. Vervolgens zijn de zwemmers op basis van hun beste seizoentijd en vooruitgang ingedeeld in twee groepen: een groep die op weg is naar de top en een groep die net iets minder goed is.
Belangrijke rol voor trainers en coaches in het ontwikkelen van zelfregulatie
Uit de resultaten bleek dat zwemmers op weg naar de top vaker reflecteren tijdens de training en vaker evalueren na de training in vergelijking met zwemmers die minder goed zijn. Daarnaast werd gevonden dat zwemmers op weg naar de top verrassend genoeg net iets lager, maar nog steeds heel hoog, scoren op inzet tijdens de training. Het lijkt daarmee dat deze sporters zorgvuldig kiezen welke taken er toe doen en vervolgens daar al hun energie op richten in plaats van dat ze in iedere situatie een uiterste inspanning leveren. Post: ‘Deze bevindingen suggereren dat zwemmers op weg naar de top effectiever en efficiënter leren en niet alleen tijdens, maar ook na hun training bezig zijn met zelfregulatie. Dit stopt dus niet als de zwemmer het water uit komt, maar lijkt een continu proces’.
Het onderzoek laat volgens Post zien dat zelfregulatie een belangrijke factor is op weg naar de top. Het goede nieuws is dat zelfregulatie te ontwikkelen is. Hier ligt dan ook een belangrijke rol voor trainers en coaches. Zij kunnen sporters tijdens de training stimuleren om vaker na te denken over sterke en zwakke punten en helpen hun inspanning te richten op de taken die er het meest toe doen. Na de training kunnen ze sporters aanzetten om hun trainingsresultaten te beoordelen in relatie tot hun doelen.
Embedded scientist Nederlands zwemteam
Aylin Post combineert haar promotieonderzoek met een functie als embedded scientist voor het Nederlands zwemteam. In samenwerking met InnoSportLab de Tongelreep doet ze metingen en analyses tijdens trainingen en (internationale) wedstrijden met het doel zwemprestaties te optimaliseren. Meer over haar en haar onderzoek is hier te lezen.