Van hart- en vaatziekten en diabetes weten we al decennia dat leefstijl een belangrijke rol speelt. En dat roken een grote kans op longkanker geeft, is ook algemeen bekend. Maar wist je dat beweging, voeding en (over)gewicht net zo goed veel invloed hebben op het ontstaan (of terugkomen) van kanker? Verder bepalen ze mede hoe patiënten behandelingen verdragen, en hoe fit ze daaruit komen.
“Eigenlijk is dat inzicht heel recent verbeterd”, zegt Annemiek Walenkamp. “We zijn steeds slimmer geworden in het bestrijden van kanker met bijvoorbeeld chemotherapie of andere medicijnen. Maar dat zoiets simpels als voldoende bewegen en gezond eten een groot verschil kan maken, weten we pas sinds kort.”
Hoe kan dat?
“Omdat het heel lastig om er onderzoek naar te doen. Bij iemand met een hart- of vaatziekte zie je in de aderen al snel een effect van een ongezonde leefstijl. Ook bij iemand met diabetes is die link direct te leggen. Maar als er een patiënt met kanker tegenover me zit, kan ik niet zeggen of zijn ziekte mede is veroorzaakt doordat hij te zwaar is, of te weinig beweegt. Daar is geen test voor.”
Hoe weet je dan toch dat er mogelijk een verband is?
“Door grote groepen patiënten te vergelijken, kunnen we er wel in algemene zin iets over zeggen. Dan zie je bijvoorbeeld dat mensen die nooit overgewicht hebben gehad minder vaak kanker krijgen dan mensen die langdurig veel te zwaar zijn. En dat de kans dat kanker terugkomt kleiner is als patiënten voldoende bewegen. Dankzij dit soort epidemiologische onderzoeken weten we inmiddels dat een belangrijk deel van alle kankergevallen te maken heeft met ongezonde leefgewoontes.”
Hoe zit dat?
“Simpel gezegd verstoort een ongezonde leefstijl allerlei gevoelige processen in je lichaam, zoals je stofwisseling en je afweersysteem. Daardoor neemt de kans toe dat er bij de celdeling iets fout gaat en er kanker ontstaat.”
Waar doet u precies onderzoek naar?
“Als patiënten chemotherapie krijgen, zie je al vroeg dat onder andere de vetsamenstelling van hun bloed verandert. Dat kan de voorbode zijn van gezondheidsproblemen later. Niet alleen van terugkerende of nieuwe kanker, maar ook van bijvoorbeeld hart- en vaatziekten. Lichaamsbeweging gaat dit soort afwijkingen tegen. Vandaar dat we nu, met subsidie van KWF Kankerbestrijding, kijken wat er gebeurt als patiënten met borstkanker, zaadbalkanker of dikke darmkanker tijdens de chemo een speciaal bewegingsprogramma volgen. Daarbij trainen ze drie keer per week onder begeleiding in het ziekenhuis.”
En…?
“De definitieve resultaten komen pas eind 2019, maar de voorlopige uitkomsten zijn hoopgevend. Ze liggen in lijn met andere nationale en internationale onderzoeksresultaten. Die laten bijvoorbeeld zien dat patiënten die bewegen gedurende de behandeling minder misselijk en vermoeid zijn, en minder pijn hebben. Tijdens én erna. Bovendien verdragen ze de chemo in algemene zin beter, waardoor de dosering minder vaak naar beneden moet worden bijgesteld. De schade aan gezonde organen is ook minder uitgesproken. Dat heeft weer een positief effect op de overlevingskans. Ook niet onbelangrijk: zo’n trainingsprogramma geeft patiënten het gevoel dat ze een beetje grip houden op hun leven. Het is immers een van de weinige dingen die je zelf kunt doen.”
Wat hoopt u dat het onderzoek oplevert?
“Dat kankerpatiënten in de toekomst standaard, als onderdeel van hun behandeling, een beweegprogramma krijgen in combinatie met andere adviezen over een gezonde leefstijl. Net zoals dat nu al na hartinfarcten en bij suikerziekte gebeurt. In dat opzicht kan de oncologie nog het nodige van andere medische specialismen leren.”
Het kan niet anders dan dat u zelf heel gezond leeft.
“Ik doe mijn best! Mijn grote passie is de triatlon. Het trainen daarvoor, zwemmen, fietsen en hardlopen — houdt me zeker fit. Ik doe dat voor mijn gezondheid, maar óók omdat ik het leuk vind. Dat is namelijk wel een voorwaarde als je (meer) wilt gaan bewegen. Zonder lol houdt niemand het vol.”