Arts-onderzoeker Daan Kremer deed bij toeval een bijzondere ontdekking: bij een patiënt die een nier van een overleden donor had gekregen, was de nier meer dan 50 jaar blijven werken. Hoe was dit mogelijk? En hoe zag het leven van deze patiënt eruit? Daan ging op onderzoek uit.

‘Ik was bezig met het aanleveren van patiëntgegevens voor de Nederlandse Transplantatiestichting’, vertelt Daan. ‘Die hebben ze nodig omdat ze de kwaliteit en uitkomsten van alle orgaantransplantaties in Nederland bijhouden. Bij toeval zag ik toen dat er een patiënt was bij wie de nier die ze van een overleden donor had gekregen, meer dan 50 jaar was blijven functioneren. Dat leek me heel bijzonder. Wat was haar geheim?’ 

Op ijs 

Hij dook de medische literatuur in en vond informatie over een paar patiënten die meer dan 50 jaar met een donornier hadden geleefd. Maar dat waren patiënten met een levende donor. ‘Die transplantaties hebben vaak een betere uitkomst doordat de nier heel snel van de donor naar de ontvanger gaat’, legt Daan uit. ‘Bij een overleden donor moet het orgaan een tijd buiten een lichaam worden bewaard, onder andere omdat het vaak van het ene naar het andere ziekenhuis getransporteerd moet worden. Tegenwoordig kunnen we met een perfusiemachine de kwaliteit van donororganen veel beter behouden, maar 50 jaar geleden kon dat nog niet. Toen werd de nier urenlang in een zakje op ijs bewaard. Dat de nier het bij deze patiënt zo lang bleef doen, is dus echt bijzonder.’  

Via de buurvrouw 

Patiëntgegevens zijn strikt vertrouwelijk. Hoe kon Daan meer te weten komen? ‘Het was een hele zoektocht om dat juridisch en ethisch goed aan te pakken’, vertelt hij. ‘De behandelaar kon de contactpersoon van de patiënt bellen, dat was haar buurvrouw. En via die buurvrouw zijn we in contact gekomen met de zus van de patiënt zodat we nabestaanden toestemming konden vragen om het medisch dossier in te zien. Die zus vertelde dat haar zus erg trots was op haar donornier en de aandacht vast en zeker zou hebben gewaardeerd.’ 

20e niertransplantatie 

In 1968 werd in het UMCG, dat toen het Algemeen Provinciaal Stads- en Academisch Ziekenhuis heette, voor het eerst een niertransplantatie gedaan. De niertransplantatie van deze patiënt was de 20e die die hier werd gedaan. Daan: ‘In het dossier zat een handgeschreven operatieverslag met tekeningetjes van hoe de chirurg de nier had aangesloten. Heel interessant. Ook las ik dat de patiënt twee maanden na de transplantatie opnieuw geopereerd is. Een deel van de nier was afgestorven, dat is toen verwijderd. Dat die nier het na zo’n slechte start zo lang heeft volgehouden, is opmerkelijk.’ 

Leven met een donornier 

Uit het dossier haalde hij allerlei medische informatie, bijvoorbeeld over de medicatie die de patiënt tegen afstoting kreeg en de bijwerkingen waar ze last van had. Maar hoe was het om te leven met een donornier? Haar zus kon daarover vertellen en nodigde Daan thuis uit. ‘Ze liet me een foto van haar zus zien. Ik zag iemand met sprekende ogen, vol vrolijkheid en eigenwijsheid. Ze vertelde dat haar zus altijd heel goed voor haar donornier zorgde: ze was stipt met de medicatie, lette op haar voeding en zorgde voor goede hygiëne. Ze vertelde ook dat haar zus privé nare dingen had meegemaakt maar altijd vooruit bleef kijken. Wat er ook gebeurde.’ 

Innemend en levenslustig 

Dat optimisme was ook de nefroloog en dialyseverpleegkundige met wie de patiënt altijd contact was blijven houden, bijgebleven. Daan: ‘Ik vond het heel leuk dat ik die ook thuis mocht bezoeken en dat ze nog zo veel over haar wisten terwijl ze al lang gepensioneerd zijn. Ze vonden haar een bijzonder iemand. Heel innemend en levenslustig. Ze denken dat dat er ook aan heeft bijgedragen dat ze zo lang met die donornier heeft geleefd. Naast dat ze natuurlijk zo goed voor haar donornier zorgde en ze het geluk had dat die nier van een jong iemand kwam.’ 

Superinteressant 

Daan heeft het onderzoek met veel plezier gedaan. ‘Het was een totaal andere manier van onderzoek doen dan ik gewend ben, maar sluit daar wel heel mooi op aan. Binnen TransplantLines werk ik mee aan onderzoek om inzicht te krijgen in hoe patiënten na hun transplantatie zo gezond mogelijk oud kunnen worden, en lang kunnen overleven met een functionerend transplantatieorgaan. Hoe het met deze patiënt is gegaan, is dus echt een voorbeeld van wat we willen bereiken met TransplantLines voor alle transplantatiepatiënten. Ik vond het superinteressant en leerzaam en heb zulke leuke, lieve mensen ontmoet. Zoiets hoop ik vaker te gaan doen.’  

Alle informatie heeft hij verwerkt in een wetenschappelijk artikel. ‘Zodat behandelaren en patiënten kunnen lezen hoe het kan gaan als iemand een nier krijgt van een overleden donor. Dat je er zo lang redelijk ongehinderd mee kunt leven, kan patiënten hoop geven.’