U kunt hier uw voorkeuren instellen voor cookies voor sociale media en doelgerichte reclame. We plaatsen altijd functionele cookies en analytische cookies. Functionele cookies zijn nodig om de site goed te laten werken. Met analytische cookies verzamelen we anonieme gegevens over het gebruik van onze site. Met die gegevens kunnen we de site verder verbeteren zodat u makkelijker kunt vinden wat u zoekt.
Het euthanasie-dilemma: wanneer is psychisch lijden uitzichtloos?
Door: Janneke Kruse
Leestijd: 5 min.
Psychisch lijden kan heftig en ondraaglijk zijn, maar wanneer is het uitzichtloos? Die vraag is lastig te beantwoorden. ‘Als iemand vanwege psychisch lijden een euthanasieverzoek doet, stelt dat psychiaters geregeld voor dilemma’s’, vertelt Radboud Marijnissen, chef de clinique van het Universitair Centrum Psychiatrie van het UMCG.
‘De wet is heel helder: euthanasie kan worden verleend als er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. De oorzaak van dat lijden kan lichamelijk zijn, maar ook psychisch. Daarnaast moet voldaan zijn aan een aantal zorgvuldigheidseisen. Zo moet er altijd een tweede arts het verzoek beoordelen, en moet vastgesteld worden of het verzoek vrijwillig en weloverwogen is. In de praktijk is dat nog niet zo eenvoudig. Zeker niet bij psychisch lijden.’
De Nederlandse Vereniging van voor Psychiatrie heeft daarom een richtlijn opgesteld waarin staat dat er naast de tweede onafhankelijke arts die de euthanasiewet voorschrijft, ook een tweede onafhankelijke psychiater het euthanasieverzoek beoordeelt. ‘Die tweede psychiater beoordeelt in een second opinion de medische uitzichtloosheid en de wilsbekwaamheid. En dat is complex.’
Second opinion-poli
Lang niet alle psychiaters in Nederland zijn bereid om een second opinion te geven op een euthanasieverzoek ‘hoewel we wel zien dat de bereidheid aan het toenemen is’. Daardoor moeten patiënten soms lang wachten. ‘Omdat we die vertraging onwenselijk vinden, hebben we binnen het UCP een second opinion-poli opgezet. Ik ben één van de psychiaters die op die poli werken. Die gesprekken zijn intensief maar vooral heel mooi. Je spreekt letterlijk met elkaar over leven en dood. Patiënten vinden het vaak fijn om over de dood te mogen praten. Als de dood al besproken werd met andere GGZ-zorgverleners, ging het vooral over het voorkómen van zelfmoord. Meestal heb ik twee à drie gesprekken met een patiënt om de medische uitzichtloosheid en de wilsbekwaamheid te beoordelen. Vervolgens bespreken we alle patiënten in ons team met psychiaters, psychologen en verpleegkundigen om tot een weloverwogen besluit te komen.’
Medische uitzichtloosheid
‘Bij een lichamelijke ziekte als kanker is medische uitzichtloosheid vaak eenvoudig vast te stellen. Een groot verschil is bovendien dat de patiënt aan de ziekte zelf zal overlijden. Maar aan de meeste psychiatrische aandoeningen ga je niet dood. Bij psychisch lijden is het complex om uit te zoeken of alle zinvolle behandelingen uitgevoerd zijn en vast te stellen of er nog behandelingen zijn die het ondraaglijk lijden kunnen verlichten waardoor de doodswens verdwijnt. Bij een patiënt met een ernstige depressie die niet meer wil leven, kan het behandelen van die depressie de doodswens wegnemen.’
‘Hoe het verloop van de ziekte zal zijn is bij een psychische aandoening onduidelijker dan bij een lichamelijke ziekte. Je wilt zo zeker mogelijk weten dat het euthanasieverzoek in de toekomst zal blijven bestaan voordat je een euthanasieverzoek inwilligt.’
Behandelmoe
Ingewikkeld daarbij is dat veel patiënten die bij ons komen voor een second opinion ‘behandelmoe’ zijn. Ze hebben vaak al zoveel behandelingen geprobeerd, zonder blijvend succes, dat ze daar moedeloos van zijn geworden en er niet altijd voor open staan als hun psychiater nog een andere behandeling oppert. ‘Bedenk dat de gemiddelde patiënt die om euthanasie vanwege psychisch lijden vraagt, al meer dan tien jaar in behandeling is. Als zo iemand bij mij komt voor een second opinion op het euthanasieverzoek, zit hij vaak al helemaal in een tunnel. En aan het einde van die tunnel is voor de patiënt maar één lichtpuntje: groen licht voor de euthanasie. Als behandelaar moeten we altijd eerst proberen patiënten te helpen hoe ze om kunnen gaan met de uitzichtloosheid die ze ervaren en kijken of er toch behandelingen zijn die dat lijden kunnen verminderen.’
Geen reëel alternatief
‘Ook voor ons als behandelaren heeft een euthanasieverzoek van een patiënt een behoorlijke impact in. We proberen in de psychiatrische behandeling altijd hoop en perspectief te bieden, dat is ook nadrukkelijk onderdeel van onze opleiding. Toch moet je soms constateren en accepteren dat je alles geprobeerd hebt, maar dat behandelingen niet aanslaan en dat ook sociale interventies niet werken. Er is dan simpelweg geen reëel alternatief meer om het ondraaglijk lijden te verlichten.’
Wilsbekwaamheid
Is iemand met een psychiatrische ziekte wilsbekwaam? ‘Dat is soms lastig te beoordelen. Hoe weloverwogen is het verzoek tot euthanasie? Het is aan ons om te toetsen of het euthanasieverzoek vrijwillig en weloverwogen is en niet vanuit de psychische aandoening gedaan wordt. Kan een patiënt goed genoeg beoordelen dat dit de enige oplossing is die het lijden kan verlichten?’
Toename
Het aantal euthanasieverzoeken op basis van psychisch lijden stijgt de afgelopen jaren. Van de 9000 keer dat euthanasie in 2023 werd verleend, ging het in 138 gevallen om psychisch lijden. Dat is zo’n 1,5%, heel weinig dus, maar het stijgt wel, een paar jaar geleden was het nog 1%. Binnen die 138 is ook het aandeel patiënten jonger dan 30 jaar gegroeid, naar vorig jaar 22 van de 138. ‘We weten eigenlijk niet hoe dat komt. Sommigen zien een verband met de wachtlijsten en slechtere toegang tot de GGZ, anderen denken dat veel eenzijdige (media)aandacht er toe leidt dat meer mensen een euthanasieverzoek doen. Maar we weten het niet. Het is belangrijk dat dit onderzocht wordt. ’
Euthanasie bij jongeren
‘Een euthanasieverzoek van een jongere is nog meer complex en vergt nóg meer zorgvuldigheid en behoedzaamheid. De beoordeling van de wilsbekwaamheid is lastiger en ook de uitzichtloosheid is moeilijker vast het stellen. Ze hebben nog een heel leven voor zich. Daardoor zijn de dilemma’s bij jongeren nog groter. Binnen onze beroepsgroep leidt dit tot veel discussie. Moeten we niet nog veel terughoudender zijn bij jongeren? Of een leeftijdsgrens instellen, zoals in België? Ik ben daar voor mezelf nog niet over uit. Ik weet wel dat we al heel terughoudend zijn bij jongeren: tegenover die 22 jongeren waaraan euthanasie is verleend, staat een veelvoud aan afgewezen verzoeken. Als beroepsgroep net gestart met de herziening van de richtlijn ‘levensbeëindiging op verzoek bij patiënten met een psychische stoornis’. Hierover zullen we de dialoog dus nog voeren.’
Het Dilemma
In het UMCG lopen we tegen allerlei soorten dilemma’s aan. In de rubriek Het Dilemma diepen we er elke acht weken een uit en laten we zien hoe we hiermee omgaan.